Als architect van mogelijkheden vang ik projecten aan met verwondering. Zoekend naar wat verborgen ligt onder het oppervlak van verstarde gedachten. Verder kijkend dan gangbare aannames en oplossingen uit het verleden. Niet omdat ik alles beter weet – integendeel – maar omdat ik geloof dat in elk project onontdekte mogelijkheden schuilen.
Mijn missie vraagt toewijding en volgt een onconventioneel pad. Mijn gereedschap? Een combinatie van plus 40 jaar ervaring en intuïtie, van analyse en verbeelding. Duurzaamheid en verantwoordelijkheid zijn hierbij geen toevallige of opportunistische keuze, maar een vanzelfsprekendheid.
Mijn bedrijfsnaam geeft perfect weer waar ik voor sta: Archedea, een versmelting van het Griekse ‘oorspronkelijk’ en ‘concept’. Ontwerpen starten met een wit vel. Een open geest. Luisteren, vragen, aftasten. En ook: de controle op gedachten loslaten om plaats te maken voor ingevingen. Bijgaand filmpje verduidelijkt de betekenis niet alleen in woord maar brengt ze vervolgens ook symbolisch en geanimeerd krachtig in beeld.
Pas als we durven spelen met mogelijkheden, als we even vergeten wat ‘hoort’, ontstaan concepten die écht betekenis hebben. Nu eens een gebouw dat meegroeit met zijn gebruikers. Dan weer een virtueel universum dat nieuwe vormen van samenleven of ruimtelijke beleving verkent of objecten en decoraties die interageren met de omgevende ruimte. En soms betekent het gewoon: mijn expertise inzetten waar die is gewenst. Of innovatieve technieken uitdiepen om datgene te bedenken wat niemand had verwacht.
Mijn diepste drijfveer is het kind in mezelf levend houden. Blijven experimenteren. Grenzen verleggen. Andere perspectieven hanteren. Want architectuur gaat niet zozeer over gebouwen, maar eerder om wat ze mogelijk maken.
Ik hanteer dan ook een atypische kijk op architectuur: we ‘creëren’ geen ruimte maar ‘definiëren’ ze door ze te begrenzen. Zo ontstaat perspectief en de tweedeling binnen-buiten. Zo ontstaan in- en uitzichten. Zo krijgt een gebouw een identiteit – een verlengstuk dat onze eigenheid en waarden weerspiegelt. Zijn we té verknocht aan ‘oude’ waarden? Dan werken die verstikkend en moeten we onze visie vernieuwen: figuurlijke muren slopen. Hetzelfde geldt voor architectuur.
We zijn gewend geraakt aan bezit, terwijl dat beperkend kan werken. Er zijn nochtans alternatieven, zoals een deeleconomie met wooncoöperaties, cohousing en coworkingspaces – allen gericht op efficiënt ruimtegebruik, kostenbesparing én sociale verbinding.
We kunnen ook leren van de biomimetica waarbij we het vernuft van de natuur als inspiratiebron gebruiken, in plaats van de natuur te exploiteren. In miljarden jaren evolutie schuilen immers oplossingen voor veel van onze huidige problemen.
Ik ben ervan overtuigd dat in elke opdracht – klein of groot, publiek of privaat, reëel of imaginair – een kans schuilt om te spelen, verkennen, verwonderen. Om vorm te geven aan een wereld waarin we allemaal een beetje vrijer kunnen ademhalen en inclusiever kunnen samenleven.